De Duits-Joodse filosofe Hannah Arendt (Barbara Sukowa) moet haar vaderland verlaten (ze werd geboren in 1906 in Linden bij Hannover). Ze vlucht voor de nazi's naar Amerika, waar ze onder andere werkt als journalist en docent. In 1951 krijgt zij het Amerikaanse staatsburgerschap. Tien jaar later neemt ze een baan aan bij de krant 'The New Yorker' en reist als waarnemer naar het proces van de SS'er Adolf Eichmann in Israël. De resultaten van haar bevindingen vat zij samen in een boek: 'De banaliteit van het kwaad'. Daarmee maakt zij een controverse los die niet alleen onder theoretici grote aandacht krijgt.