Een Sardijnse boer is betrokken bij de moord op een politieagent en hoewel hij onschuldig is, geeft hij zichzelf niet over, omdat hij geen vertrouwen heeft in het rechtssysteem en bang is dat hij zijn schapen zal verliezen in afwachting van zijn proces. Hij vertrekt met zijn broer naar de bergen, maar het leven is moeilijk en zijn kudde sterft. Terugkerend naar de stad ontdekt hij dat zijn familie in bittere armoede verkeert. Hij schaft een wapen aan en, gedwongen door zijn sociale situatie, neemt hij zijn toevlucht tot banditisme.