Duizend jaar geleden, in Engeland, droeg de gekke monnik Elmer een paar vleugels en probeerde hij vanaf een hoge toren te vliegen. Hij sterft, en zijn ziel is gedoemd tot de eeuwigheid in de hel vanwege het plegen van zelfmoord. Tegenwoordig heeft Elmer in Nieuw-Zeeland de laatste kans om te bewijzen dat mensen kunnen vliegen en zijn ziel kunnen redden: zijn geest dringt de hersenen binnen van een zeer intelligente uitvinder, Jack Brown, en dwingt hem te proberen te vliegen. Jack gebruikt zijn laatste creatie, een versterker in een bandrecord, om de reis te laten slagen, maar zijn uitvinding is sterk gewenst door zijn voormalige baas en zijn geliefde, die hem aan een Chinese investeerder willen verkopen. Jacks vriendin helpt hem zijn bedoelingen te verwezenlijken.