Franco's dood in 1975 opende de deuren voor de mogelijkheid van ongecensureerde cinema. Na twee jaar waarin de censuur werd versoepeld, werd deze in 1977 volledig afgeschaft en werd de ‘S’-classificatie gecreëerd om kijkers te beschermen tegen films die ‘hun gevoeligheid zouden kunnen schaden’. De classificatie ‘S’ werd toegekend als de inhoud bijzonder gewelddadig, seksueel of politiek was, waardoor een allegaartje ontstond waarin alle soorten niet-classificeerbare films konden passen. Deze classificatie, die van 1978 tot 1983 van kracht was, bleek een grote commerciële aantrekkingskracht te hebben op een samenleving die veertig jaar had geleden onder nationaal-katholieke dictatuur en repressie.