Voor velen waren de gelukkige jaren twintig niet erg gelukkig, met werkloosheid, armoede en een bitter gedesillusioneerde jeugd. Maar het was ook Noorwegen in het droogleggingstijdperk, met grootschalige alcohol smokkel en de pijnlijk gemakkelijk verdiende bedragen. Ernst, een werkloze architect, komt bij toeval in de smokkel bende terecht en ruilt een grijs, somber bestaan in voor een weelderige, ruwe en kleurrijke wereld. Klara, het meisje van wie hij houdt, verlaat hem en Jenny wordt zijn goede vriendin. Samen met hun vrienden Hugo en Elsa ondernemen deze vier een reeks smokkelreizen per auto - met grote winst - maar niet genoeg. In plaats daarvan investeert Ernst in boten, en nu is de smokkel echt wijdverbreid. Met zijn beruchte torpedoboten opereert hij langs de hele Oslofjord tot aan Rotterdam, voortdurend achtervolgd door politie en douane