De evolutietheorie, die tot op de dag van vandaag een revolutie teweeg heeft gebracht in de wetten van de biologie, ontkiemde in het hoofd van de jonge Charles Darwin tijdens een reis van bijna vijf jaar rond de wereld. Toen hij erin slaagde zijn vader ervan te overtuigen hem aan boord van de Beagle te laten gaan, studeerde Charles Darwin op 22-jarige leeftijd af van de theologiestudie die bedoeld was om hem voor te bereiden op de rol van predikant. In de loop van de maanden en landen die hij doorkruiste, beseft hij dat levende wezens en de mens zelf alleen maar de vrucht kunnen zijn van een aanpassingsproces dat enkele miljoenen jaren duurt. Van Chili tot de Galapagos, via Tierra del Fuego en Australië, verzamelde hij het materiaal dat hem in staat zou stellen, na zo’n 23 jaar aarzelen, de Origin of Species te publiceren, zijn belangrijkste boek, dat volgens zijn auteur zelf net zo belangrijk was als pijnlijk om op papier te zetten, net zoals het bekennen van een misdrijf zou zijn.