In een klein Belgisch dorpje vliegt een kerk in brand. Terwijl de brandweerlieden de vlammen bestrijden, wordt de achtergrond van een duister schouwspel voor hun ogen onthuld: twee lichamen, een man en een vrouw, naakt, rug aan rug genaaid en met doorgesneden kelen. Als Camille en Niémans ter plaatse komen, ontdekken ze bij de slachtoffers armbanden van een Neopaganistisch festival met vreemde rituelen, hoog in de bergen. Niémans ontmoet een voormalige collega en vriendin, Audrey, die voor de Belgische recherche werkt. Het onderzoek brengt het trio al snel in de vreemde wereld van Neopaganistische rituelen en leerlooierijen.